Test: Nissan Leaf (2025) - Gedraagt zich als brave allemansvriend
In dit artikel:
Vijftien jaar na de eerste massaproductie-Leaf presenteert Nissan een volledig nieuwe, derde generatie van zijn elektrische compacte auto — in technische opzet verwant aan de Ariya en deelend in dezelfde schaalbare architectuur als de Renault Megane en Scénic. Waar de originele Leaf lange tijd een pionier was, zoekt Nissan met dit model aansluiting bij hedendaagse EV-concurrenten.
Karosserie en binnenruimte
De nieuwe Leaf valt in de praktijk in de categorie vierdeurs cross-over: hij is iets hoger dan zijn voorganger en heeft een wielbasis van 2,69 m. Voorin biedt de auto royaal plaats, al zijn de zitkussens aan de korte kant en kunnen de hoofdsteunen bij lange bestuurders oncomfortabel drukken. Achterin is de ruimte beperkt: geringe been- en hoofdruimte door de aflopende daklijn. De kofferbak is met ongeveer 437 liter voor C-segmentbegrippen praktisch, de laadkabel bewaart Nissan onder de kofferbakvloer; een frunk ontbreekt. Het achteruitzicht is beperkt en een digitale binnenspiegel, die dat zou kunnen compenseren, komt niet.
Interieur en bediening
Het interieur oogt verzorgd met aangename materialen. Een breed display omvat zowel digitale tellers als infotainment op Android Automotive, maar het instrumentarium oogt druk en veel instellingen zitten in bedieningselementen op het stuur, wat veel aandacht vraagt. Fysieke touchknopjes voor de belangrijkste klimaatafstellingen zitten onder het scherm en werken prettig.
Aandrijving, accu’s en laden
De Leaf wordt aangeboden met twee batterijpakketten: 52 kWh (gegeven WLTP‑bereik circa 445 km) en 75 kWh (circa 622 km). Beide kunnen AC laden op 11 kW; DC‑pieken liggen op circa 105 kW (52 kWh) en 150 kW (75 kWh) — niet grensverleggend, maar in de praktijk vaak toereikend. Vermogens: circa 177 pk bij de kleinere accu en 217 pk bij de grotere. Tijdens de eerste rit voelt de motor vlot en responsief; rijmodi verschillen weinig. Regeneratie is instelbaar, inclusief e‑Power‑functie en flippers, maar volledig rijden met één pedaal is niet mogelijk — de auto kruipt altijd en voor volledige stilstand is remmen nodig.
Chassis en rijeigenschappen
De Leaf heeft onafhankelijke ophanging (McPherson voor, multilink achter) en een afstelling die balans zoekt tussen comfort en sportiviteit. De besturing is weinig communicatief maar nauwkeurig; onderstuur bij veel gas in bochten is typisch voor een voorwielaandrijver. Er komt geen vierwielaandrijving, wat de kans op sportieve, 4WD‑gerichte varianten beperkt.
Prijs en positie in het gamma
Nissan noemt nog geen definitieve prijzen of uitvoeringen, maar verwacht wordt dat de instap‑Leaf rond €36.000 begint en de grotere accu rond €41.000 kost. Daarmee zit de Leaf iets onder de instapprijs van de Renault Megane E‑Tech, die wel een iets grotere accu en meer vermogen biedt.
Conclusie
De nieuwe Leaf is geen radicale schok in de EV‑markt maar een degelijke, modern vormgegeven C‑segment cross-over: comfortabel en praktisch voorvooral voorin, met concurrerende actieradiusopties en een evenwichtige rijafstemming. Of Nissan hiermee weer in de voorhoede van elektrische auto’s komt, blijft echter de vraag — de Leaf is vooral een solide vervolg, geen koploper op alle vlakken.