Toyota's elektrische revolutie in Europa start nu: dit staat er te gebeuren

In dit artikel:

Toyota begint in 2028 met grootschalige productie van volledig elektrische auto’s in Europa. De Japanse fabrikant bouwt die EV’s in de fabriek in Kolín (Tsjechië), met een gepland productievolume van ongeveer 100.000 voertuigen per jaar. Het eerste lokaal gebouwde model wordt een nieuwe elektrische SUV, die een centrale rol krijgt in Toyota’s Europese offensief.

De beslissing markeert een duidelijke koerswijziging voor een merk dat lange tijd vooral inzette op hybride technologieën. Toyota wil in 2026 al 14 volledig elektrische modellen in Europa aanbieden, waaronder een elektrische C‑HR+ en een vernieuwde bZ4X. De stap naar eigen productie in Europa is ingegeven door twee drijfveren: toenemende druk van de EU — met het verbod op nieuwe benzine- en dieselauto’s vanaf 2035 — en Toyota’s eigen ambitie om tegen 2040 klimaatneutraal te zijn in Europa. Nu is minder dan 2% van Toyotas verkoop volledig elektrisch, dus lokale EV‑productie is volgens het bedrijf noodzakelijk om die doelen te halen.

Lokale assemblage in Kolín brengt praktische voordelen: kortere en robuustere toeleveringsketens, lagere transportkosten en minder CO₂-uitstoot over de keten. Dat helpt Toyota om aan strenge Europese emissie-eisen en toekomstige normen te voldoen, en kan tegelijk leiden tot betere beschikbaarheid en mogelijk scherpere prijzen voor consumenten. De fabriek in Kolín heeft al ervaring met Toyota‑modellen (Aygo X en Yaris) en werd in 2002 opgezet als joint venture met PSA; sinds 2021 is die volledig eigendom van Toyota.

Hoewel Toyota eerder investeringen in grote EV‑SUV’s in de VS uitstelde wegens tegenvallende vraag, blijft de langetermijnstrategie voor Europa gericht op opschalen en lokaal produceren. Voor kopers betekent dit dat het aanbod van elektrische Toyotamodellen de komende jaren snel zal groeien en beter afgestemd zal zijn op Europese markten en regelgeving.