Van bloemistenbus tot V6-monster: Daan bouwt ultieme T3 én ook nog Subaru-Porsche 356
In dit artikel:
Daan Nieuwenhuis (55) is een autodidactische sleutelaar die al zijn leven auto’s verder bouwt en verbetert. Zijn twee paradepaardjes: een Volkswagen T3 Transporter uit 1984 die ooit dienstdeed bij een Limburgse bloemist, en een Porsche 356 Speedster‑replica die begon als buggy met kenteken. Beide projecten tonen zijn vakmanschap, creativiteit en voorkeur voor betaalbare, betrouwbare techniek.
De T3 startte als zwakke 1.6‑diesel; na tussenstappen met een 1.9 turbodiesel en een TDI besloot Daan de bus van een benzinemotor te voorzien uit praktische en fiscale overwegingen (een wetswijziging zou diesel zwaarder belasten). Hij implanteerde een 2,8‑liter V6 uit een Volkswagen Passat, reviseerde en voorzag die later van een supercharger. Daarbij bouwde hij zelf een RVS‑uitlaatsysteem, paste de bak aan met een spacer voor de koppeling en moderniseerde het interieur (Climatronic, entertainment via tablet). Resultaat: een veel soepelere, krachtige bus (ruim meer pk’s dan het oorspronkelijke 50 pk‑dieseltje) die bij de RDW zonder problemen werd goedgekeurd. Daan: “Mijn bus heeft eindelijk de motor die hij verdient.”
Voor de 356‑replica koos hij bewust Japans vakmanschap: een 2,5‑liter Subaru‑boxermotor (uit een Outback) gekoppeld aan een handgeschakelde vijfbak van een Impreza. Omdat de motor achterin ligt moest hij twee transmissies samenvoegen om de juiste gangwinkel te krijgen — een ingrijpende maatwerkklus. De Speedster kreeg verder een Simons‑demper met een karakteristieke roffel, Monroe‑airride met aangepaste balgjes om in en uit de garage te komen, en tal van creatieve oplossingen: penbobines uit een Toyota Yaris, een zelfgemaakte dynamosteun, custom radiator en achterremmen van een Daihatsu Cuore. Hij bouwde ook een eigen Speeduino‑ECU en plant ITB’s of fly‑by‑wire voor verdere optimalisatie. De replica kon hij net op tijd bouwen voordat regels voor ingekorte Keverchassis voor replica’s werden aangescherpt (2016).
Het grotere thema is Daans aanpak: onderdelen zoeken, hergebruiken en technisch combineren—“Opels en Volkswagens zijn net Lego”—om dure klassiekers betaalbaar en betrouwbaarder te maken. Beide auto's trekken veel positieve aandacht onderweg; voor Daan is het einddoel simpel: plezier in het rijden en in het bouwen. Hij zegt zelf dat hij nog lang niet klaar is met bijschaven en verbeteren.