Van één van de grootste Mercedes-flops ooit rijden er toch nog 281 rond
In dit artikel:
Begin jaren negentig zag Mercedes (Das Haus) dat drie modelseries niet genoeg zouden zijn om zelfstandig te blijven. In de jaren daarna breidde het merk zijn gamma daarom flink uit: van A- tot R-klasse, van Smart tot Maybach. Tegelijk ontstond in Frankrijk rond 2000 het nieuwe ludospace-segment — praktische, vrolijke personenversies van compacte bestelauto’s zoals de Citroën Berlingo en Renault Kangoo — een betaalbaar alternatief voor dure MPV’s. Mercedes wilde dit ook hebben en zette de A‑klasse als basis voor een ruime, praktisch ingestelde nieuwkomer.
Op de IAA in Frankfurt (september 2001) introduceerde Mercedes de Vaneo, gepositioneerd als ‘Premium Compact Van’. Ontwerpers combineerden de voorkant van de A‑klasse met een doosvormig, zeecontainerachtig achterstuk; interieuropties speelden in op de actieve levensstijl (pakketten als Dog, Snow, Bike, Surf). Maar de auto bleek duur: de vanafprijs van ongeveer €19.900 lag ruim 30 procent boven vergelijkbare ludospace-concurrenten. Tegelijk waren afwerking en materialen teleurstellend, met veel hard plastic en een ongelukkige zitpositie.
Die combinatie van te hoge prijs en matige uitvoering leidde snel tot bijstelling van de productie. Buiten Duitsland verkochten kopers vaker een Kangoo of Berlingo; in 2005 stopte Mercedes na ongeveer 55.000 gebouwde Vaneo’s met het model. In Nederland gingen 809 exemplaren weg; van die groep zijn nog circa 281 op Nederlands kenteken. De Vaneo geldt sindsdien als één van de zeldzaamste moderne Mercedes-modellen — en als voorbeeld van een verkeerde positionering: was hij eerst als kleine bestelwagen gelanceerd en voor een flink lagere prijs aangeboden, dan had het verhaal anders kunnen lopen.