Veel bestuurders negeren dit lampje in de winter, maar dat kan fout aflopen
In dit artikel:
In de winter zien veel Nederlandse bestuurders vaker het oranje ABS‑lampje op het dashboard oplichten, vooral na de eerste vorstnachten en tussen december en februari. ABS werkt via wielsnelheidssensoren die continu de draaisnelheid van elk wiel meten; in koude, natte omstandigheden zetten vocht, pekel en temperatuurschommelingen snel een dun laagje vuil of ijs op de sensorringen, waardoor het signaal verstoord raakt. Volgens de ANWB wordt het probleem in de winter bijna twee keer zo vaak gemeld, vooral bij auto’s ouder dan tien jaar.
Je kunt zelf een aantal eenvoudige stappen ondernemen: motor uitzetten, dertig seconden wachten en opnieuw starten (tijdelijke storingen verdwijnen vaak zo). Controleer het remvloeistofniveau en vul bij tot de MAX‑markering, en kijk onder de wielkasten of er ijs‑ of modderklonten rond de sensoren zitten; een zachte borstel kan vaak volstaan. Blijft het lampje oranje branden, rijd dan rustiger en rem vloeiender: zonder ABS kan de remweg op nat of glad wegdek aanzienlijk toenemen (tot zo’n twintig procent).
Is het waarschuwingslampje fel rood of brandt het samen met het algemene remlampje, dan is doorrijden gevaarlijk en onverstandig. Als na eigen controles het oranje lampje hardnekkig blijft, is een foutuitlezing en vakmatige inspectie nodig; garages vervangen vaak defecte wielsnelheidssensoren of herstellen gecorrodeerde kabels. Belangrijk om te weten: een auto met een brandend ABS‑lampje riskeert afkeuring bij de APK.
Kortom: een oplichtend ABS‑lampje in de winter is geen onschuldig lampje maar een waarschuwing. Controleer zelf snel de basis (herstart, remvloeistof, sensoren) en laat bij aanhoudende storingen of rode signalen de auto door een garage nakijken, zodat je op gladde wegen de controle houdt.