Volkswagen dieper in de problemen dan gedacht: vertrek van 25.000 medewerkers legt crisis bloot
In dit artikel:
Volkswagen zit midden in een ingrijpende bezuinigingsoperatie: meer dan 25.000 werknemers hebben inmiddels een vertrekregeling ondertekend, blijkt uit cijfers van Handelsblatt. Dat aantal vertegenwoordigt ruim zeventig procent van de jobreductie die VW in Duitsland voor 2030 wil realiseren: van ongeveer 130.000 personeelsleden naar minder dan 100.000. De afspraken maken deel uit van het kostenprogramma dat VW vorig jaar met vakbond IG Metall sloot om miljarden vrij te maken voor elektrificatie, software en batterijontwikkeling.
Sinds eind 2023 zijn echter pas zo’n 11.000 medewerkers daadwerkelijk vertrokken; de meeste uitstroom volgt gefaseerd via pré-pensioenregelingen. In totaal gaat het om circa 18.000 werknemers die op die wijze worden uitgeplaatst. Volkswagen benadrukt dat het proces “sociaal verantwoord” verloopt, met opties als vrijwillige uitstap en reguliere pensionering.
Om vertrek aantrekkelijk te maken betaalt VW flinke premies: een 50‑jarige leidinggevende met ruim twintig dienstjaren en een salaris van circa €9.000 per maand kan tot ongeveer €400.000 meekrijgen. Ook medewerkers in lagere functies kunnen bij tien tot twintig dienstjaren tussen zo’n €47.000 en ruim €100.000 ontvangen. Tot nu toe zijn slechts iets meer dan 2.000 beëindigingsovereenkomsten getekend: het programma geldt voorlopig alleen voor kantoorfuncties en werkt volgens het principe van dubbele vrijwilligheid (medewerker en werkgever moeten instemmen). Vanaf 2026 wil VW de regeling openstellen voor productiemedewerkers, de grootste personeelsgroep en dus doorslaggevend voor het uiteindelijke banenverlies.
De sanering kost VW tot nu toe meer dan €3 miljard. Tegenvallers zoals verlies van marktaandeel in China, strengere Amerikaanse importheffingen, forse afschrijvingen bij Porsche en tegenvallende resultaten bij Audi verzwakken de winstgevendheid verder. Ook toekomstige CO2-boetes en hoge uitgaven aan batterijen en software drukken zwaar. Bronnen binnen het concern spreken van vrijwel nul netto-cashflow dit jaar en een potentiële financieringsgap van circa €11 miljard in 2026.
Als gevolg van de onzekerheid is een belangrijke investeringsvergadering van de Raad van Toezicht uitgesteld en wordt de komende vijfjarenplanning naar verwachting fors gekrompen ten opzichte van de eerdere raming van €165 miljard. Voor Nederlandse automobilisten kan dit leiden tot vertraagde introducties van elektrische modellen, meer prijsdruk en grotere concurrentie vanuit China — een afspiegeling van de brede problemen binnen de Europese auto-industrie.