Volvo: feest met een rouwrandje
In dit artikel:
De Volvo-fabriek in de haven van Gent viert deze maand haar 60-jarig bestaan. Sinds de eerste in 1965 van de band rollende Volvo (de 121 “Amazon”) groeide de site uit van een bescheiden assemblagevestiging tot een van de hoekstenen van de Vlaamse industrie en een van de grootste werkgevers in Oost-Vlaanderen. Vandaag werken er ongeveer 6.500 mensen en werden er sinds de start meer dan 7,8 miljoen voertuigen gemaakt; dit jaar wordt verwacht de 200.000 auto’s-grens te overschrijden.
De keuze voor Gent kwam er op initiatief van Volvo, dat in de jaren zestig een vaste West-Europese productielocatie zocht om dichter bij de markt te zitten en handelsvoordelen binnen de EEG te benutten. De Zweedse ingenieur Lars Malmros koos Gent mede omdat het een havenstad is, wat export naar Noord-Amerika vergemakkelijkte. Met steun van het stadsbestuur groeide de fabriek snel: al in 1972 kwamen las- en spuitcabines erbij, in de jaren tachtig en -negentig volgden verdere moderniseringen, en in 1991 produceerde Gent als eerste fabriek de nieuwe 850 GLT. Latere sleutelmodellen waren onder meer de S40/V50 (2003), XC60 (2008) en XC40 (2017). Sinds kort is Gent ook een voorloper in elektrische productie: de EX40 was het eerste volledig elektrische Volvo-model dat hier in serie werd gebouwd; tegenwoordig rollen ook de EC40 en de compacte EX30 van de band.
Tegelijkertijd draagt de transitie naar elektrisch rijden veranderingen met zich mee. Het Engine Centre in Gent schaft vanaf voorjaar 2026 de nachtploeg af en schakelt naar twee dagploegen. Dit treft ongeveer 20–30 medewerkers, maar Volvo stelt dat er geen ontslagen volgen; betrokken werknemers kunnen binnen andere diensten of dagploegen geplaatst worden. De maatregel weerspiegelt de dalende vraag naar verbrandingsmotoren nu Volvo sterk inzet op elektrificatie.