Voormalig technisch directeur: 'Lamborghini kon zonder Audi niet overleven'
In dit artikel:
Maurizio Reggiani, de nuchtere ingenieur uit de Italiaanse Motor Valley, bouwde in ruim vier decennia een carrière die van Maserati via de wedergeboorte van Bugatti naar het technische hart van Lamborghini leidde. Zijn loopbaan is gedreven door pure nieuwsgierigheid — als twaalfjarige demonteerde hij al de motorfiets van zijn vader — en door een onverwoestbare passie voor krachtige motoren en precisie.
In 1982 begon Reggiani bij Maserati, waar hij meewerkte aan een innovatieve V6 met twee turbo’s en drie kleppen per cilinder. Die periode leerde hem vakmanschap en de harde kanten van industrie en eigenaarschap; onder Alejandro de Tomaso leidde marketing- en productiedruk tot technische compromissen, zoals de beruchte problemen met de Biturbo.
Na zes jaar stapte hij over naar het spookproject dat later als Bugatti EB110 het daglicht zag. Als tweede werknemer hielp hij mee aan de ontwikkeling van een V12 met vier turbo’s en complex all-wheel-design, maar de organisatie faalde in gestandaardiseerde industriële productie, waardoor veel beloften onvoltooid bleven — denk aan de niet in serie gegane EB112.
In 1995 werd Reggiani CTO bij Lamborghini en kreeg hij de verantwoordelijkheid voor de complete auto. Onder zijn leiding ontstonden belangrijke strategische keuzes: het sluiten van een motorleveringsdeal met Audi leidde uiteindelijk tot de overname door Volkswagen eind jaren negentig, een cultuurshock die tegelijk discipline en hoge kwaliteitsstandaarden bracht. Reggiani was nauw betrokken bij de ontwikkeling van iconen als de Murciélago, de V10 in de Gallardo en de Aventador — waarin hij baanbrekend werk verrichtte met ’s werelds eerste koolstofvezel passagierscel. Voor de crashsimulaties schakelde hij kennis uit de luchtvaart in, wat leidde tot een speciaal composietlab en tot technieken die Lamborghini technisch naar een ander niveau tilden.
Onder zijn leiding zagen ook de Urus en exclusieve one-offs als Veneno en Sian het licht. Kleine experimenten — zoals de opgepompte Huracán die uiteindelijk de Sterrato inspireerde — tonen zijn speelse technologische durf. Reggiani gelooft dat het Audi-Lamborghini-huwelijk cruciaal was voor het merk: zonder die stap had Lamborghini wellicht nooit hetzelfde overleefd.
Ongeveer anderhalf jaar geleden nam hij afscheid van Lamborghini. Hij uitte scherpe bedenkingen bij de snelheid en eenzijdigheid van de elektrische transitie: emotie, geluid en de droomwaarde van klassieke verbrandingsmotoren kunnen volgens hem niet zomaar door elektromotoren worden vervangen, terwijl overheden oplossingen opleggen zonder de infrastructuur te garanderen.
Post-pensioen doceert Reggiani aan de universiteit van Bologna, adviseert hij restomod-projecten zoals Eccentrica (waarbij betrouwbaarheid en homologatie centraal staan) en onderhoudt hij een rustige autoverzameling — met een persoonlijke liefde voor de Alfa Romeo Duetto uit 1966. Hij kijkt met tevredenheid terug: fouten en compromissen inbegrepen, zijn werk heeft de moderne sportwagenwereld mede gevormd.