Waarom de W124 de ziel van Mercedes-Benz is
In dit artikel:
De rubriek zoekt sinds 1970 naar één Mercedes die het merk zowel historisch als nu het beste samenvat. Dat is geen makkelijke opdracht: Mercedes groeide van vijf modellen in 1970 naar zo’n 34 vandaag, met een veel grotere verscheidenheid aan carrosserieën (hatchbacks, coupés, stationwagens, SUV’s, vierdeurs coupés, elektrische modellen etc.). Omdat geen enkel individueel model al die facetten kan omvatten, koos de redactie voor een modelreeks die juist in uiteenlopende uitvoeringen en met opvallende technische vernieuwingen aanwezig was.
Na afweging van klassiekers als de Strich‑8 (W114/115), de onverwoestbare W123, de compacte 190 (W201), de statige S‑klassen en bijzondere auto’s als de 600 en de G‑klasse, komt de Mercedes‑W124 naar voren als meest representatief. De W124, geïntroduceerd eind 1984, verscheen niet alleen als standaard vierdeurs sedan maar kreeg al snel een stationwagon, een elegante coupé en later een vierpersoons cabriolet en zelfs een verlengde limousine met zes deuren. Daarmee leverde deze reeks uitzonderlijke veelzijdigheid binnen één familie.
Technisch bracht de W124 veel vernieuwing: nieuwe vijf‑ en zescilinder benzine‑ en dieselmotoren, vroege turbodiesels, het 4Matic‑vierwielaandrijvingssysteem en later multikleppenmotoren (bijvoorbeeld de 300E‑24). Het hoogtepunt was de 500E (1990), ontwikkeld en deels gebouwd in samenwerking met Porsche: een breed uitgedoste, zeer snelle vierpersoons‑berline met een 326 pk V8, begrensd op 250 km/h. Tot slot was er een performance‑achtige cabriolet en een extra lange limousineversie, wat de reeks zowel technisch als karaktermatig breed maakte.
Critici zagen ook nadelen: bij introductie waren Mercedes‑prijzen hoog en veel opties afzonderlijk te bestellen, waardoor de standaarduitrusting sober kon aanvoelen. Desondanks werd de W124 door pers en publiek geprezen om rijgedrag, comfort, bouwkwaliteit en technische vooruitgang. Met circa 2,7 miljoen geproduceerde exemplaren (1984–1993) en een breed motorenaanbod werd de W124 een hoeksteen van wat later E‑klasse zou heten.
Andere kanshebbers werden genoemd — van de luxueuze 600 en de iconische SL tot de robuuste G‑klasse, de vernieuwende CLS en de moderne elektrische EQS — maar zij scoorden minder op de combinatie van uiteenlopende carrosserievarianten en brede technische inbreng binnen één modelreeks. Daarom presenteert de redactie de W124 als de meest Benz‑waardige vertegenwoordiger: een modelserie die de veelzijdigheid, technische ambitie en karakteristieke presentatiestijl van Mercedes het beste samenbrengt.
Kort paspoort: W124-productie 1984–1993, carrosserievarianten: sedan, stationwagon, coupé, cabriolet (en verlengde limousine), aandrijving achterwiel of 4Matic, productieomvang ~2,7 miljoen stuks, opmerkelijkste uitvoering: de 500E (326 pk).