Waarom is deze simpele Porsche 911 zo schrikbarend duur?

In dit artikel:

Een 1971 Porsche 911S, ooit gekocht in 2008 door verzamelaar Jerry Seinveld, is recent verkocht voor ongeveer 675.000 dollar. Na aanschaf werd de auto naar Duitsland gestuurd naar RUF, waar hij tot in de puntjes werd herbouwd: de motor groeide van 2,4 naar 3,4 liter met dubbele bougies, een moderne zesversnellingsbak verving het origineel, en ophanging, remmen en carrosserie werden steviger en breder gemaakt om de rijbeleving te verbeteren.

Uiterlijk blijft het duidelijk een vroege 911: compact en gespierd, maar onder die klassieke gevel schuilt een op maat gemaakte restomod die niet makkelijk in een hokje past. Puristen zullen de transformatie betreuren omdat het geen originele 911S meer is; tegelijk is het ook geen extreme re-creatie à la Singer — het is eerder het resultaat van een liefhebbersexperiment gericht op beleving in plaats van concourswaarde of pure snelheidsrecords. RUF zelf stelde verbetering van gevoel en controle boven absolute prestatienummers.

De verkoopprijs – veel geld voor een oude 911, maar verklaarbaar gezien de ingrepen en het eigenaarsprestige – illustreert de hedendaagse markt voor dergelijke unieke projecten. Voor fans van gedreven restauraties is dit type auto bijzonder aantrekkelijk, mits hij ook daadwerkelijk wordt gereden in plaats van enkel als museumstuk te dienen.