We gingen toch elektrisch rijden? Waarom (plug-in) hybrides in opkomst zijn

zondag, 7 september 2025 (10:53) - Autovisie.nl

In dit artikel:

Europa streeft ernaar dat vanaf 2035 alleen nog nieuwe volledig elektrische auto’s mogen worden verkocht, maar autofabrikanten reageren niet door massaal over te schakelen naar uitsluitend EV’s. De sector kampt met tegenvallende vraag, hoge ontwikkelingskosten, dunne marges en onzekerheden zoals wisselende Amerikaanse importheffingen. Daardoor blijven hybride technologieën – met name plug-in hybrides – een belangrijke rol spelen bij de overgang naar elektrisch rijden.

Politieke en industrieel verzet speelt mee: enkele Europese politici, onder wie Italiaanse ministers Gilberto Pichetto Fratin en Adolfo Urso, pleiten voor herziening of een tussentijdse evaluatie van het verbod op brandstofauto’s. Topmensen uit de industrie, zoals Mercedes-topman Ola Källenius en leveranciersdirecteur Matthias Zink, waarschuwen dat de strikte CO2-doelen voor 2035 onrealistisch kunnen zijn en pleiten voor een pragmatische aanpak. Verschillende fabrikanten (onder meer Ford, Mercedes, Porsche, Renault, Volvo en Volkswagen) hebben hun eerdere ambitieuze EV-plannen afgezwakt of uitgesteld omdat de markt niet snel genoeg omzet naar volledig elektrische modellen.

Voor 2025 zijn de Europese CO2-eisen alweer aangescherpt, en zonder EV’s en (plug-in) hybrides kunnen fabrikanten die normen niet halen. Daarom is hybride aanbod technisch en strategisch essentieel geworden. In Nederland zien de cijfers dit terug: het gecombineerde marktaandeel van mild-hybrides, hybrides en plug-in hybrides steeg van 5,9% in 2018 naar bijna 50% nu; het aandeel traditionele benzineauto’s daalde in dezelfde periode van ruim 75% naar circa 15,5%. Deze ontwikkeling wordt deels veroorzaakt doordat vrijwel alle nieuwe modellen tegenwoordig enige vorm van elektrische ondersteuning hebben.

Consumentenaandacht voor volledig elektrische auto’s blijft achter door beleidsonzekerheid en het afbouwen van stimulansen: subsidies en lage bijtelling zijn verminderd, en EV’s betalen sinds kort wegenbelasting. Brancheclubs als BOVAG en RAI roepen op tot heldere langetermijnbeleid en een concreet “punt op de horizon” zodat fabrikanten en kopers weten waar naartoe te werken. Zij benadrukken dat hybrides een nuttige tussenoplossing zijn: plug-in hybrides kunnen korte ritten emissieloos afleggen en bieden tegelijk de zekerheid van een verbrandingsmotor voor langere afstanden.

Een praktisch struikelblok is ook de ongelijke verdeling van laadinfrastructuur in Europa: ongeveer de helft van alle laadpalen staat in twee à drie landen, aldus ACEA-directeur Sigrid de Vries, waardoor veel regio’s nog niet klaar zijn voor een volledige elektrische transitie. Conclusie: hoewel EV’s de toekomst zijn in Europees beleid, vormen hybrides op korte termijn een onmisbare schakel door markt- en infrastructuurrealiteiten en door druk van fabrikanten en overheden.