Ze beloven 1,6 liter per 100 km maar in werkelijkheid stoten deze auto's 3,5 keer meer uit
In dit artikel:
Plug-in hybrides (PHEV’s) blijken in de praktijk veel minder zuinig dan waarmee ze jarenlang werden gepromoot, vooral in Nederland waar ze na royale fiscale voordelen tussen 2013 en 2016 massaal werden aangeschaft door zakelijke rijders. Uit een recente analyse van Transport & Environment op basis van meer dan 127.000 PHEV’s in Europa komt naar voren dat het werkelijke verbruik veel hoger ligt dan de fabrikantsopgaven: waar soms 1,6–2 l/100 km werd beloofd, ligt het gemiddelde in de praktijk vaak rond de 5–6 l/100 km. Een rapport van de Europese Commissie onderstreept die kloof en laat zien dat PHEV’s gemiddeld 3,5 keer meer CO₂ uitstoten dan volgens de WLTP-testresultaten verwacht mag worden; conventionele benzine- en dieselauto’s wijken daarentegen gemiddeld zo’n 20 procent af.
De belangrijkste oorzaken zijn gebruikersgedrag en testomstandigheden: veel bestuurders laden hun auto’s weinig of niet op, waardoor de verbrandingsmotor het grootste deel van de kilometers voor zijn rekening neemt, en de elektrische actieradius in het dagelijks gebruik vaak kleiner is dan op papier. In Nederland heeft die eerdere stimulans geleid tot tienduizenden PHEV’s op de weg en een overvloed aan gebruikte exemplaren op de tweedehandsmarkt; de fiscale voordelen zijn inmiddels grotendeels afgeschaft, maar de milieukosten en hogere brandstofuitgaven blijven zichtbaar.
Voor beleidsmakers en marktpartijen heeft dit gevolgen: leasemaatschappijen herijken hun aanbod en er klinken oproepen om resterende fiscale voordelen voor PHEV’s te schrappen. Voor consumenten is de les helder: een plug-in hybride levert alleen voordelen als hij consequent wordt opgeladen; anders blijkt de beloofde zuinigheid vaak een illusie. De cijfers versterken de trend richting volledig elektrisch rijden en laten zien waarom PHEV’s mogelijk een kortstondige en misleidende tussenstap waren.