Zeldzame Zagato's, pure Italiaanse autopassie - Lancia Fulvia Sport 1600 vs. Alfa 1600 GT Junior

zondag, 16 november 2025 (15:18) - AutoWeek

In dit artikel:

Zagato liet twee compacte coupés ontstaan die in de jaren zestig en zeventig een heel eigen koers voeren: de Alfa Romeo Giulia 1300/1600 GT Junior Z en de Lancia Fulvia Sport, beide door Ercole Spada getekend. Spada — een ontwerper bekend om even briljante als grensverleggende vormen — leverde voor beide merken sportieve alternatieven op basis van hun bestaande coupé‑modellen, met een nadruk op lichtgewicht carrosserie en aerodynamica.

Wie en wanneer
- Alfa Romeo vroeg in 1966 aan Zagato om de al succesvolle Giulia GT Junior sportiever en lichter te maken; dat resulteerde in de Giulia Coupé 1300/1600 GT Junior Z.
- Lancia liet met Zagato tussen 1965 en 1972 de Fulvia Sport bouwen, een aluminium‑geklede, gestroomlijnde variant van de Fulvia Coupé.

Vormgeving en techniek
- Alfa Junior Z: Spada creëerde een uitgesproken wigprofiel met een extreem puntige neus die een bijna geheel glazen voorkant heeft en de klassieke driehoekige Alfa‑grille grotendeels vermijdt. Koplampen liggen dieper en zijn van gelijke grootte; achteraan is er een hoge, gecoupeerde staart met een subtiel geïntegreerde spoiler. De Junior Z baseert zich op de Giulia Coupé (Bertone‑lijn), maar onderscheidt zich duidelijk door het Zagato‑handschrift.
- Lancia Fulvia Sport: kreeg een lichtere, aluminium carrosserie en een minder extreme styling dan de Alfa. Door de voorwielaandrijving en de V4‑motor oogt de neus fors; de koplampen zitten in individuele, hoekige bakjes. Profiel en achterpartij zijn minder wigvormig, maar delen met de Alfa de diep uitgefreesde zijruiten en een ruime, vlakliggende achterruit.

Motor en rijeigenschappen
- Alfa: lijn‑viercilinder van 1,57 liter (in de 1600‑uitvoering circa 110 pk). Laag gewicht (ongeveer 950 kg) en strakke wegligging maken de Junior Z een bijzonder betrokken en plezierige aut om te besturen; de pook‑positie en zithouding worden geprezen. Sturen voelt zwaar, deels door wielen/banden van Sprint GTA‑afmetingen, maar de Alfa geeft veel rijplezier.
- Lancia: V4 van ongeveer 1,58 liter (rond 114 pk), voorwielaandrijving en een relatief zware neus. De Fulvia stuurt zwaarder en minder precies, schakelt met een onconventioneel patroon en toont bij scherp gas lossen neiging tot onderstuur — typisch voor sommige klassieke voorwielaandrijvers.

Praktische verschillen en productie
- Ruimte: beide auto’s zijn duidelijk krap; twee volwassenen zitten dicht naast elkaar.
- Productieaantallen: Fulvia Sport circa 7.000 exemplaren (1965–1972), Junior Z veel zeldzamer met ongeveer 1.500 stuks tot 1975.
- Waarde en imago: de Alfa Junior Z is vandaag veel schaarser en commanderen prijzen die vaak boven de 40.000 euro liggen; daarnaast geniet hij de reputatie van aantrekkelijker rijgedrag en een design dat langer blijft fascineren.

Context en erfenis
Zagato’s werk — en vooral Spada’s hand — staat bekend om het uitdagen van conventies: van puristische racers tot excentrieke sportcoupés. Beide auto’s tonen hoe een klein, gespecialiseerd designhuis een bestaande familiecoupé kon omtoveren tot een uitgesproken, lichtgewicht sporter met karakter. Technisch liggen ze dicht bij elkaar qua vermogen en topsnelheid (beide rond 190 km/h), maar in gevoel en rijbeleving neemt de Alfa doorgaans de voorkeur van kenners.

Kort: de Junior Z is de meer flamboyante en rijvaardigere Zagato‑interpretatie van een Giulia‑coupé, terwijl de Fulvia Sport een technisch interessante, maar wat behoudender en zwaarder sturende Lancia‑variant is — beide belichamen de creatieve durf van Zagato in een compact sportjasje.