Zo moeilijk maar leuk is zelf schakelen in de laatste Ferrari V12's met handbak

zondag, 31 augustus 2025 (12:49) - AutoWeek

In dit artikel:

Ferrari’s handgeschakelde V12-epoch loopt definitief ten einde, maar het verlangen naar het klassieke schakelritueel blijft bestaan. In een vergelijkende proefrit worden twee representanten tegenover elkaar gezet: de 550 Maranello (1996–2002), de terugkeer naar de klassieke GT en lange tijd de laatste V12 die uitsluitend met handbak geleverd werd, en de zéér zeldzame handgeschakelde 599 GTB Fiorano (productie 2006–2012), waarvan minder dan vijftig handbak-exemplaren gebouwd zijn van de circa 3.500 totale 599’s. De 599 met handbak is daardoor uitgegroeid tot een gewild verzamelobject; de 550 is populair maar veel minder zeldzaam.

De brede overgang weg van de conventionele bak begon met Ferrari’s invoering van de elektro-hydraulische F1-transmissie in de F355 (najaar 1997). Die semiautomatische techniek, voortkomend uit de raceafdeling en met name ontwikkeld om schakeltijden te verkorten en aerodynamische voordelen te bieden, bleek commercieel doorslaand: kopers kozen massaal voor de F1-variant, waardoor handmatige versnellingsbakken snel marginaliseerden. Ook bij latere modellen, waaronder de 599, werd de auto vooral rond de F1-transmissie geoptimaliseerd; de handbak was meer een optie dan kernontwerp.

Tijdens een rit rond Brummen, met de handgeschakelde 599 van klassiekerexpert Nico Aaldering, wordt duidelijk wat die marginale positie in de praktijk betekent. De twaalfcilinder levert enorme trekkracht (ongeveer 608 Nm) en vraagt om een precieze bediening: licht koppelingspedaal, een fijn aangrijppunt, maar een versnellingspook die soms stroef uit en terugveert. Het lichte vliegwiel zorgt voor een direct terugvallend toerental bij het intrappen van de koppeling, zodat vloeiend wegrijden en nauwkeurig gasgeven essentieel zijn. Voor puristen hoort dat bij het karakter van een Ferrari; voor wie gewend is aan moderne automatische hulp is het wennen.

Rijgevoel en karakter verschillen sterk tussen de twee modellen. De 599 met handbak voelt als een moderne supersportauto: hoge toerenhonger (tot 8.000 tpm), directe besturing, keramische remmen en een motor die constant uitnodigt tot volle inzet. De manual voegt nostalgie en betrokkenheid toe, maar vereist finesse. De 550 Maranello is meer klassieke GT: zwaardere bediening, transaxle-layout (bak geïntegreerd met achteras) voor betere gewichtsbalans, en een iets meer vergevingsgezinde V12 die deels afstamt van de 456 GT. De 550 blinkt uit in lange afstanden en comfortabel snel rijden; de 599 is scherper, sportiever en grenzeloos verleidelijk om aan het randje te rijden.

Historische context: het semiautomatische schakelsysteem heeft roots in de Formule 1, waar John Barnard eind jaren 80 een elektro-hydraulische bediening ontwikkelde met het doel de neus van de auto smaller te maken en zo sneller te zijn. Het systeem debuteerde succesvol in 1989 (Grand Prix van Brazilië) en legde de basis voor de latere straattechniek. Door die race-afgeleide ontwikkeling en de duidelijke klantvoorkeuren is het onwaarschijnlijk dat Ferrari terugkeert naar een V12 GT met conventionele handbak; dubbele koppeling of DCT lijkt de toekomst.

Conclusie: de handgeschakelde 599 en de 550 vertegenwoordigen twee hoofdstukken in Ferrari’s overgang van klassieke naar racetechniek voor straatauto’s. De 550 blijft een toegankelijke, klassieke GT met charme en comfort; de handgeschakelde 599 is een zeldzaam, intens rijdend relikwie van een tijd vóór de volledige omschakeling naar F1-geïnspireerde transmissies — een herinnering die liefhebbers koesteren, maar commercieel door de tijd ingehaald werd.